Een ontmoeting op het juiste moment

2000 KM

Na een vrije middag om de imposante kathedraal van Burgos te bezoeken en te genieten van deze gezellige stad, vervolgen we de volgende ochtend onze weg naar Santiago de Compostela. Terwijl Burgos nog moet ontwaken na een gelijkspel tegen Marokko, zijn het alleen pelgrims die met het warme zonnige weer al vroeg op pad zijn. Onder een strak blauwe lucht lopen we, langs meerdere standbeelden, de stad uit.

Het terras zit vol met pelgrims en wij nemen plaats op de laatste twee beschikbare stoelen. Onder het genot van een kopje koffie hebben we geanimeerde gesprekken met pelgrims vanuit alle windstreken. Zodra een pelgrim verder gaat, wordt zijn plaats gelijk ingenomen door een andere pelgrim. Het is letterlijk een komen en gaan van ontmoetingen.

Waar vandaan weet ik niet, maar Fokke heeft ergens een wit vel papier gevonden en begint er in het groot ‘2000 KM’ op te schrijven. Wij lopen vandaag op deze etappe, onze 2000e kilometer tijdens onze Camino. Toch wel een bijzondere mijlpaal. Als hij de vier cijfers en twee letters op het papier geschreven heeft, rolt hij het papier op en stopt het in zijn rugzak. Zelf heeft hij ook nog geen idee wat hij er mee wil, maar je weet nooit of het nog van pas komt vandaag.

 
 
 

HET KERKJE

Halverwege de etappe zien we voor ons een klein kerkje. Verklaren kunnen we het niet, maar beiden hebben we het gevoel dat we hier naar binnen moeten gaan. Er zijn meer pelgrims. Een aantal van hen zit op de stoelen, in gedachten verzonken en voor zich uit starend naar het eenvoudige, maar mooie altaar.

Eén van de nonnen vraagt of we een stempel in ons Credencial willen hebben. Terwijl ik bij de oudste non in het hoekje de stempel in ons beider Credencial laat zetten, krijgt Fokke van de non een medaillonnetje van Maria omgehangen. De stempels zijn gezet en ook ik krijg een medaillonnetje. De non spreekt ongetwijfeld nog zeer mooie woorden in het Spaans, maar ik krijg het niet mee. Terwijl de non haar woorden uitspreekt, begint mijn lip te trillen en komen bij mij vanuit het niets de tranen.

Mijn tranen zijn al gauw een flinke waterval, ik kan niet meer stoppen met huilen. Alle mooie, ontroerende en bijzondere ontmoetingen en vriendschappen die we in de eerste drie maanden op onze Camino gehad hebben, grote dankbaarheid voor deze pelgrimstocht die wij samen mogen maken, maar ook het afzien, de zorgen en verdriet. Hier in het kerkje komt het er plotseling allemaal in één keer uit. Daar sta ik, met de armen van de non stevig om mij heen, mijn hoofd op haar schouder. Na een tijdje besef ik dat Fokke hier ook nog ergens moet staan. Ik til mijn hoofd op en zie ook hem in tranen. Daar staan we. Twee pelgrims in tranen, ieder het hoofd op een schouder van de non, haar armen om ons heen.

Als de heftigste emoties voorbij zijn, gaan we op een stoel zitten voor het altaar. Terwijl we daar heen lopen word ik door een pelgrim die ik nog niet eerder zag omarmd en krijg ik twee hele dikke zoenen. Een tijdlang zitten we op een stoel, de tranen blijven van tijd tot tijd komen. Zodra we elkaar aankijken, kunnen we alleen maar lachen. We hebben geen idee wat ons hier gebeurd, wat ons overkomt.

Na een klein uurtje hebben we onszelf weer voldoende hervonden om verder te gaan met ons pad. Voor we gaan, vragen we aan een Ierse pelgrim of hij voor de deur van het kerkje een foto van ons wil maken. Fokke pakt het vel papier met ‘2000 km’ erbij. Onze 2000ste kilometer vereeuwigd op de foto. Hij heeft een vooruitziende blik gehad.

Achter het kerkje zien we een prachtige muurschildering met twee pelgrims en daarboven de beroemde vinger van God, uit de Sixtijnse kapel in het Vaticaan. Het raakt ons en we vragen ons hardop af of het de vinger van Jacobus of de vinger van God was, die er voor gezorgd heeft dat wij het kerkje naar binnengingen.

In stilte lopen we de kilometers die voor ons liggen naar ons overnachtingsadres.

BIJ DE KATHEDRAAL

Nadat we in Santiago de Compostela onze rugzakken bij ons overnachtingsadres hebben gebracht, gaan we terug naar het plein bij de kathedraal. De teleurstelling, omdat ons vier maanden durende pelgrimsleven met onze aankomst bij de kathedraal er op zit, maakt al gauw plaats voor vreugde en blijdschap bij het zien van zoveel ‘oude’ bekende pelgrims. De camera’s maken overuren om elkaar nog even gauw vast te leggen op de foto, als herinnering voor na de Camino.

Dan ineens zien we tussen al die pelgrims, de Ierse pelgrim die de foto bij het kerkje van ons gemaakt heeft. Met een glimlach van oor tot oor staat hij daar en hij is aangenaam verrast ons ook weer te zien. Hij vertelt ons zijn verhaal.

Bij het kerkje waar we hem ontmoet hebben, zat hij er helemaal doorheen. Hij was daar al ruim twee uur voor wij kwamen en had besloten om te stoppen met zijn Camino en de eerste bus richting Santiago te nemen. Maar toen zag hij ons bij het kerkje aankomen. Het was voor hem heel emotioneel om, zo vertelt hij, ons volledig in te zien storten, heel klein te zien worden. Wat er daarna gebeurde vindt hij lastig te omschrijven.

Het leek wel alsof jullie gedragen, opgetild werden. Ik zag jullie ineens weer groot worden en jullie straalden toen zo’n enorme kracht uit. Dat was zo bijzonder om te zien. Toen ik dat zag, toen wist ik dat ik verder zou gaan met mijn Camino en dat ik Santiago de Compostela zou halen.’

En zo gebeurde. Gisteren kwam hij aan bij de kathedraal, iedere kilometer na onze ontmoeting bij het kerkje heeft hij op eigen kracht gelopen.

Ontmoetingen op de Camino zijn er in alle soorten. Kortstondige, onverwachtse, ontroerende, warme, hilarische, vriendschappelijke, onverklaarbare ontmoetingen En soms is een ontmoeting gewoon op het juiste moment, op de juiste plek.

Het heeft zo moeten zijn dat we de Ierse pelgrim bij het kleine kerkje ontmoet hebben en dat we hem nu hier, drie weken later, bij de kathedraal weer ontmoeten met een grote trotse glimlach.