Vele wegen naar Vessem, Peerkepad
Vele wegen naar Vessem: Peerkepad

De vele wegen naar Vessem 5

Een bijzondere wandelroute die langs Vessem loopt is het Peerkepad.
Het pad is vernoemd naar Peerke Donders. 
Geboren in Tilburg in 1809 en overleden in Batavia in 1887. Hij werkte daar onder melaatsen (o.a. negerslaven) en na de afschaffing van de slavernij was hij, als pastor, ook betrokken bij de indianennederzettingen en bosnegerdorpen.
Hij werd zalig verklaard in 1982 na een wonderbaarlijke genezing van een Tilburgs jongetje. Er was vóór die tijd ook al een sterke verering op gang gekomen in o.a. zijn geboortestad Tilburg.
Het Peerkepad loopt van Tilburg naar Wittem met een lengte van 165 km en is niet gemarkeerd. Volgens mij is de wandelgids nog steeds verkrijgbaar.

Ik loop twee etappes op de gpx. Vanaf de bushalte in Oirschot loop ik eerst een paar kilometer om de route op te pakken.
De etappes van het Peerkepad worden in de gids toegelicht aan de hand van de 7 goede werken. In het stuk dat ik loop staat het bezoeken van zieken centraal.

Ik citeer uit de wandelgids:
‘Gezondheid is meer dan een gezond lijf, meer dan alleen geen ongemakken. Gezond zijn is ook: ge-zon-d zijn: de zon-zijde van het leven kunnen ervaren. De zon kunnen zien schijnen in het huis van een ander. De zon kunnen zien achter de wolken.
En als in het leven de zon niet schijnt, mogen dan de stralen van gisteren je geloof in het goede van het leven overeind houden.
Ge ziet de ZON door alle wolken heen’.(Nan Paffen)’.

Op het Peerkepad van Oirschot naar Vessem

Kapel van de Heilige Eik.

Deze kapel ligt aan de route van het Peerkepad en is een mooi begin van dit blog. Ik start daar de etappe van de eerste dag met een zelf meegebrachte lunch en vervolg mijn weg naar Vessem. Via bospaden en landerijen kom ik aan het einde van de middag in de pelgrimsherberg aan.
Na een gezellige avond met nog een paar gasten, waaronder bekenden uit mijn woonplaats en uit mijn jeugd, en een goede nachtrust word ik, bezaaid door naar binnen gewaaide uitgebloeide lindebloesem, wakker. Het tuimelraam stond vannacht op een kier en er staan een paar prachtige oude lindebomen aan de voorkant van de herberg. Dat is nog eens romantisch ontwaken.

Na het ontbijt vertrek ik voor de tweede etappe van het Peerkepad. Eerst betaal ik natuurlijk nog voor het voortreffelijke avondeten van Jan, de overnachting, het lunchpakket en de goede zorgen van Karlien. We waren bijna vergeten het (verplichte)aanwezigheidslijstje in te vullen.
Dit is nieuw, ook voor de gastmensen. Even wennen dus.
Aan het begin van de route door de velden sta ik al snel voor een modderig pad met waterplassen, waarin de bomen langs het pad prachtig weerspiegelen.
Ik probeer er langs te komen maar ik zak tot m’n enkels in de diepe modder en besluit via de bosrand te gaan. Ik kom uit bij een hinnikend paard, dat vast denkt dat ik voer kom brengen. Helaas! Ik vind het pad weer en ben blij begroet te worden door een vlinder in de berm….zeldzaam deze zomer: vlinders en insecten.
In de verte hoor ik het deuntje van de geelgors. Daar word ik ook blij van. In het westen van het land waar ik woon, hoor je deze akkervogel niet.

De Kleine Beerze

Dan kom ik bij de lieflijk stromende Kleine Beerze waar ik gisteren niet langs kon. Mijn route geeft aan dat ik langs de linkeroever moet lopen. Ik ga het proberen en loop naar het gesloten hek, vastgemaakt met een slot waar ik sleutel natuurlijk niet van heb. De hendel, om eventueel het hek mee te openen, is afgezaagd. Ik vertrouw het niet. Daarom kies ik een alternatieve route verderop. Daar zie ik op een paaltje de bekende markering van de Jakobswegen in Nederland: het blauwe schildje met de gele schelp en de gele pijl. De tweedelige serie van ‘Jacobswegen in Nederland ’ is nog te bestellen bij het Nederlands Genootschap van Sint Jacob en bevat interessante achtergrondinformatie.
Ik het weiland aangekomen maak ik even verderop een grote bocht om een kleine kudde roodbonte runderen die liggen te herkauwen, te omzeilen. Ik ben niet zo’n held…..
Ik struin door de grasvelden en neem draaihekjes en bruggetjes en kom goed uit. Steek een weg over. Vervolg mijn route langs de Kleine Beerze. Ik loop langs de smalle rand (geen wandelpad) met aan de ene kant het water van de beek en aan de andere kant akkers met kleine sprietjes mais en wortelen. Het wil nog niet erg opschieten met de gewassen. Ik zie schoenafdrukken in de akkergrond…..deze boer weet vast niet dat hier de route van het Peerkepad cq de Jacobsweg loopt.
Er is geen ruimte voor een wandelpad.

De Bron

Al voortgaande ‘door het veld’ valt mij op dat ik tegen de stroom van de Kleine Beerze inloop. Ben ik op zoek naar de bron (Bron)?
Allerlei beelden en verhalen en gedachten komen bij mij op. Over nu en eerder en vroeger. Ik heb een gedegen protestante opvoeding gehad en ken de Bijbelse verhalen en de liederen. Ik overweeg de teksten over het geplant zijn als een boom bij de bron en verse waterstromen.
Een boom die vrucht draagt op zijn tijd en waarvan het loof niet verdort. Het zou een levensboom kunnen zijn. Ben ik zo’n boom? Verlang ik daarnaar? Zou ik vrucht (kunnen, willen) dragen?
Zo wandel ik in mijn eentje langs de stroom en door de velden.
Ik spreek niemand en het is heel stil. Alleen de wind speelt met mijn haar en het riet langs de oevers. Af en toe hoor ik geluiden in de verte maar dit stoort mij niet.

Ook kom ik op de gedachten aan het weekend dat ik op 11 en 12 oktober in Vessem hoop te begeleiden met het onderwerp ‘Op een verhaal komen’.
Dat gaat over die bovengenoemde gedachtestromen die je kunt ontmoeten/ontvangen op je wandeltochten.
Zie op deze website de aktiviteitenkalender.
Ik merk nog op dat het stroomgebied van de Klein Beerze rijk is aan bloemrijk grasland, vlinders en vogels. Nog net geen paradijs.
Wat verlang ik daar soms naar.

Zegen van Jacobus

Een bevriende blogger op deze website schreef over de regen als zegen van Jacobus. Dat overkwam mij vandaag óók.
De hemelsluizen gingen gelukkig niet open, maar een zachte miezer viel af en toe van Boven. Net te weinig en te kort van duur om mijn cape aan te doen…. Tot Eersel, waar ik kon schuilen in de muziektent met een paar fietsers die enigszins humeurig waren.
Via een open gebied loop ik verder. De nu stevige wind blaast me naar Bergeijk. Mijn hart is gevuld met beelden, metaforen en gedachten over stromend water en het zoeken naar de bron.
De tijd waarop ik de bus kan nemen is de tijd die ik enkele dagen geleden in gedachten had als indicatie. Ik heb me niet gehaast, het ging zoals het ging..