
door Wim van Miltenburg
Vreemd
Waar ik anders bij de entree voor een week hospitaleren ook verwelkomd wordt door Luciën van de tuinploeg zijn daar nu alleen mijn nog stofzuigende voorgangers en Mirjam van de gastwerkgroep.
Het is tweede Paasdag. Geen tuinploeg en ook geen OV in de streek.
De tuinploeg blijkt ter ziele.
Wij, als gastduo voor deze week, zijn nieuw voor elkaar. Altijd even wennen of de klik er is. Dat blijkt al snel het geval als we onze voorkeuren voor de dagelijkse werkzaamheden uitwisselen en de planning voor het menu en de inkoop voor de komende twee dagen doornemen. Ook in het verloop van de week is de samenwerking heel plezierig.
We hebben een week met 37 overnachtingen die zich op 5 dagen concentreren. Twee wegzendingen en zowel Santiago- als Romegangers.

Geen tuinploeg
Bijzonder toch telkens weer die contacten met onze bezoekers. De mensen op weg, ervaren en volstrekt nieuw op het wandel- en een enkeling op het fietspad. De keuzes die gemaakt zijn om ‘te gaan’ en de vaak lange periode die er aan het besluit vooraf is gegaan zijn telkens weer onderwerp van gesprek. Het proces van loslaten. Al drie, vier weken lopend door Nederland en nog tot ver in België en Frankrijk ontmoetingen gepland met familie om het proces van loslaten nog wat uit te stellen. Waar maak je keuzes voor jezelf en waar blijf je de ander tegemoet komen?
Een ander heeft voor vertrek rigoureuze beslissingen genomen en zich losgemaakt van werk door ontslag te nemen en de maanden die komen te gebruiken om uit te zoeken wat passend wordt in een nieuw leven.
De vele gasten die aankomen voor koffie en thee hebben ook zo hun proces. De herberg is een pleisterplaats voor hen die onder het mom van ‘een bakske’ zich komen oriënteren op een tocht. Straks met pensioen; ‘de klanten kijken niet meer naar me om dus ik moet iets voor mezelf gaan regelen’. ‘Mijn vader fietste een paar keer naar Santiago, ik heb dat altijd bewonderd. Vorig jaar is hij overleden en nu oriënteer ik me op mijn tocht dit najaar of een van de komende jaren’. Zijn vrouw kijkt zwijgzaam maar instemmend knikkend toe.
Het is donderdag. Geen tuinploeg, Vreemd. Geen lunch met de mannen die de mooie (streek) verhalen vertellen. Door omstandigheden geen Jos en Andre van de klusploeg die altijd aan het eind van de lunch aanschuiven. Broeder Fons is er wel en eet met ons in de ‘goeie kamer’.
De bijna 95 jarige broeder Fons doet een opwegzending. Vorige week kwam dat toevalligerwijs ook spontaan op zijn bordje.
Hij vertelt hoe het hem op deze leeftijd emotioneel diep raakt. Ik vraag hem of hij dat opnieuw zou willen doen. ‘Natuurlijk’ zegt broeder Fons. En zo zendt hij met gebroken stem en geëmotioneerd, in bijzijn van 6 gasten, een 30 jarige pelgrim op weg naar Rome. Het had zijn achterkleinkind kunnen zijn. Een zeer bijzondere wegzending voor broeder Fons, de Pelgrim, de gasten en voor ons als gastduo.
Maandagmorgen. Huis opgeruimd, mijn vrouw komt me halen. Maurice doet de overdracht. Onze opvolgers zijn verlaat. We gaan weg na de koffie en verlaten de herberg en het terrein zonder de tuin in te lopen en Luciën de hand te schudden en gedag te zeggen. Vreemd.
De tuin en wij missen hem.